top of page
Zoeken
Foto van schrijverBianca Van Roosbroeck

Kerst en de (levende) kerststal


In de periode rond Kerstmis (Natale) heerst er een bijzondere sfeer in de dorpen en steden. De meeste toeristen hebben Italië ondertussen verlaten, maar de bewoners zorgen voor een gezellige drukte met allerhande activiteiten. Elk zichzelf respecterend dorp heeft wel één of meerdere groots uitgewerkte kerststallen (presepe) staan. Sommige dorpen zijn hiervoor bekend en gaan hier zeer ver in.


Op enkele kilometers rijden van casa Trasimonte ligt bijvoorbeeld het stadje Corciano, dat behoort tot één van de mooiste borghi van Italië. Tijdens de kerstperiode staan er in een groot deel van het dorp levensgrote figuren opgesteld. Deze verbeelden allerlei bijbelse en middeleeuwse taferelen. Daarbij mag uiteraard de kerststal met alle bijhorende figuranten en dieren niet ontbreken. De gezichten van deze figuren zijn prachtig uitgewerkt in rode terracotta.

Ook in het iets verderop gelegen dorpje Gubbio wordt de kersperiode intens beleefd. Ook daar staan de straten vol met beelden en wordt er gerefereerd aan het vroegere middeleeuwse bestaan met washuizen, smeden, bakkers enz. We vinden er ook de drie Koningen (I tre Re Magi) terug die onderweg zijn (met kameel) naar de verderop gelegen prachtig uitgewerkte kerststal.

Gubbio is ook bekend om zijn groots opgezette kerstverlichting. Sinds 1981 wordt de berg (Monte Ingino) achter het dorp elk jaar volledig verlicht in de vorm van een kerstboom (albero di Natale) mét verlichte ster. Het vergt zo’n 1900 uren om de kabels (bijna 8 km lang) op hun plaats te krijgen en alle lichtjes (ruim 700 in totaal) te doen branden. Van de voet tot aan de ster bovenaan meet deze boom zo’n 700 meter. In 1991 kreeg deze kerstboom in het Guinness Book of World Records dan ook de vermelding als ‘grootste kerstboom ter wereld’.


Het aansteken van de verlichting is steeds een plechtig moment. In 2011 gebeurde dit door paus Benedictus XVI met een applicatie vanuit de vertrekken van het Vaticaan in Rome, zo’n 230 km verderop. Het is niet geheel zeker of de verlichting ook tot daar nog te zien is. Ook president Giorgio Napolitano en de latere Paus Franciscus hebben reeds de eer gehad om de verlichting te ontsteken. De lichtjes blijven steeds branden tot 6 januari (la Befana).


Zelfs in de kleinste, meest onooglijke dorpjes, wordt er wel iets speciaals gedaan in deze periode. Op ongeveer een half uurtje rijden van casa Trasimonte bevindt zich het minuscule dorpje Antria. Dit stelt niet meer voor dan een middeleeuwse inkompoort, enkele huizen rond een pleintje, een waterput en een oude boom. Maar in de periode rond kerstmis wordt hier in de avond de presepe vivente georganiseerd, dit is de ‘levende kerststal’. Het concept behoeft niet veel toelichting: Jozef, Maria en kindje Jezus worden belichaamd door échte mensen. Uiteraard zijn er ook echte paarden, kippen en schapen. Maar er is meer. Ook alle oude ambachten herleven in het dorpje. Er wordt brood gebakken in een houtoven. De smit stookt de kolen heet. De houtbewerker zaagt boomstronken door. Manden worden gevlochten enz. Dit alles gebeurt uiteraard volledig in oude klederdracht en in het prachtige decor van dit op de heuvel gelegen middeleeuwse dorpje. Voeg daarbij nog de geur van vers gebakken koekjes en eerlijk zoete glühwein (vin brulè) en Kerstmis is wel heel nabij.



Kerstmis zelf vieren de Italianen traditioneel met familie. In Italië zegt men: ‘Natale con i Tuoi, Pasqua con chi Vuoi’ (Kerstmis met de zijnen en Pasen met wie men wil).


Na Kerstmis is het nog niet gedaan. Uiteraard volgt op 6 januari nog Driekoningen (Epifania). Alles staat dan in het teken van la befana. Dit is een heks uit de Italiaanse folklore. Op 6 januari brengt ze in Italië cadeautjes (snoep) naar (brave) kinderen. Stoute kinderen krijgen steenkool of donkere snoep. Het feest is vergelijkbaar met het feest van Sinterklaas, maar die is in Italië minder of niet bekend en wordt alleszins niet zo gevierd.


De Kerstperiode in Italië is bijzonder sfeervol met alle verlichting en activiteiten buiten. En binnen zit men ’s avonds gezellig bij de haard met een glaasje wijn. De druiven zijn geplukt en geoogst. Het werk is gedaan. Er mag genoten worden samen met familie en vrienden. In de maanden januari en februari zal de haard elke dag en avond branden. Dit is doorgaans de koudste periode in midden-Italië, al zijn er geregeld ook hele mooie zonnige periodes. In elk geval kleden de Italianen zich tijdens deze periode alsof ze op Antarctica wonen. Dit warmbloedig ras kijkt dan vooral uit naar de nieuwe lente vanaf maart-april. En dan wordt het al bijna weer zomer….


Comments


bottom of page